Geschiedenis  Oudduitse herder


De geschiedenis van de Oudduitse Herder is nauw verbonden met die van de Duitse Herder. Aan het einde van de 19e eeuw, in Duitsland, was er een groeiende behoefte aan een veelzijdige herdershond die kon dienen als kuddebewaker en -beschermer. Max von Stephanitz, een Duitse kapitein, wordt beschouwd als de grondlegger van de Duitse Herder. In 1899 registreerde hij een hond genaamd Horand von Grafrath als de allereerste Duitse Herder, en deze hond wordt beschouwd als de stamvader van het ras.

In de beginjaren van de Duitse Herder waren er verschillende kleurvariaties, waaronder ook langharige exemplaren. Deze langharige Duitse Herders werden in het begin van de 20e eeuw als acceptabel beschouwd, maar na verloop van tijd begon men de voorkeur te geven aan de kortharige variant.

In de jaren '70 van de 20e eeuw ontstond er echter een hernieuwde interesse in de langharige variant van de Duitse Herder. Fokkers die waarde hechtten aan de oorspronkelijke, meer traditionele kenmerken van het ras begonnen zich te richten op het behoud en de promotie van deze langharige lijnen. Dit leidde tot de ontwikkeling van wat we nu kennen als de Oudduitse Herder.

De Oudduitse Herder verschilt in uiterlijk van de hedendaagse Duitse Herder, met een  rechte rug, een rijkere vacht en vaak een meer ontspannen temperament. Deze honden worden gewaardeerd om hun veelzijdigheid, waaronder hun vermogen als werkhonden, gezinshonden en gezelschapsdieren.

De Oudduitse Herder heeft zich sindsdien ontwikkeld tot een afzonderlijk erkend type binnen de Duitse Herder-rassen, met eigen fokstandaarden en kenmerken. Fokkers van de Oudduitse Herder zetten zich in om het traditionele, robuuste karakter van het ras te behouden en te bevorderen. De populariteit van deze prachtige herdershond blijft groeien, zowel als werkhond als gezinsvriendelijke metgezel .